Afkoop partneralimentatie
Afkoop van partneralimentatie biedt financiële duidelijkheid. Het vereist onderling overleg, maatwerk en inzicht in fiscale gevolgen. Ontdek de belangrijkste voor- en nadelen voor jouw situatie.
Tijdens maar ook na een (echt)scheiding, is alimentatie is een belangrijk onderwerp. We geven je graag uitleg over partneralimentatie en wat er allemaal bij komt kijken. Tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn partners onder andere verplicht elkaar het ‘nodige te verschaffen’ zoals dat heet. Kosten van de huishouding en verzorging van de kinderen worden betaald uit het ‘gezamenlijke’ inkomen of vermogen. Deze verplichting blijft in een scheidingsprocedure van kracht, tot het moment van inschrijving van de scheidingsbeschikking bij de burgerlijke stand. Indien partners in deze periode apart van elkaar leven, zijn er fiscale gevolgen verbonden aan het betalen van kosten van levensonderhoud.
Naast de onderhoudsplicht tussen ouders en kinderen bestaat er na een huwelijk of geregistreerd partnerschap een mogelijke onderhoudsplicht tegenover de ex-echtgenoot. Op het moment dat de kinderalimentatie is vastgesteld, kan worden overgegaan tot het berekenen van eventuele partneralimentatie. Kinderalimentatie heeft namelijk voorrang op partneralimentatie. Het kan dus zo zijn dat iemand genoeg inkomen heeft voor kinderalimentatie, maar niet of maar heel beperkt voor partneralimentatie.
De behoefte van de onderhoudsgerechtigde (degene die partneralimentatie krijgt) hangt ook af van de levensstandaard die de partijen tijdens hun huwelijk of geregistreerd partnerschap hadden. Het feitelijke inkomsten- en uitgavenpatroon tijdens de laatste jaren van het huwelijk is hierbij van belang. Op basis hiervan kan vastgesteld worden waar de onderhoudsgerechtigde na beëindiging van het huwelijk aanspraak op kan maken. Afhankelijk van de situatie en omstandigheden zal ook de mogelijkheid om vermogen op te bouwen een rol spelen bij het beoordelen van de levensstandaard van de partners.
Bij het bepalen van de behoefte moet de bijdrage van de alimentatie ontvangende partner aan de kosten van de kinderen worden opgeteld. Van de behoefte dient uiteindelijk het eigen inkomen van de alimentatiegerechtigde, dat deze persoon na de scheiding ontvangt, te worden afgetrokken.
Sinds 1 januari 2023 wordt voor de bepaling van de draagkracht van de alimentatieplichtige (degene die partneralimentatie betaald) voor partneralimentatie, net als bij kinderalimentatie, vastgesteld op basis van een woonbudget van 30% van het netto besteedbaar inkomen. Van het netto besteedbaar inkomen worden de redelijke kosten van levensonderhoud van de alimentatieplichtige afgetrokken. Daarvoor worden dezelfde forfaitaire lasten in aanmerking genomen als bij kinderalimentatie.
Als een onderhoudsplichtige duurzaam aanmerkelijk hogere woonlasten heeft dan het woonbudget, kunnen deze extra kosten in aanmerking worden genomen. Dit geldt alleen als blijkt dat deze kosten niet te vermijden zijn en de onderhoudsplichtige hier niet verantwoordelijk voor is.
Als er mogelijk te weinig geld is om in de behoefte te voorzien en als er aanwijzingen zijn dat de werkelijke woonlasten van de onderhoudsplichtige lager zijn dan het woonbudget, bijvoorbeeld omdat deze samenwoont, dan kan het nodig zijn om met een bedrag lager dan het woonbudget te rekenen. Het is aan de onderhoudsplichtige om inzicht te geven in zijn of haar werkelijke woonlasten.
Als de onderhoudsplichtige samenwoont met een nieuwe partner, wordt er bij het beoordelen van de woonlasten vanuit gegaan dat de partner de helft van de gezamenlijke woonlasten kan betalen.
De te bepalen alimentatie is afhankelijk van zowel de vastgestelde draagkracht als de behoefte. De laagste van deze twee bepaalt het maximum voor de alimentatie. Soms kunnen de berekeningen leiden tot grote verschillen in inkomen tussen de persoon die alimentatie betaalt en de persoon die het ontvangt. Als de alimentatiegerechtigde een eigen inkomen heeft of als er sprake is van een hoge behoefte en draagkracht, kan het redelijk zijn om de financiële situatie van beide partijen beter te vergelijken.
Op basis van de nieuwe wetgeving die sinds 1 januari 2020 geldt, is de verplichting om partneralimentatie te betalen maximaal de helft van de lengte van het huwelijk, met een maximum van 5 jaar. De termijn start vanaf het moment van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking (de uitspraak van de rechter) in de registers van de burgerlijke stand.
Op bovenstaande wettelijke termijn zijn een paar uitzonderingen:
Als er van deze uitzonderingen meerdere van toepassing zijn, dan is de langste duur van toepassing.
Partneralimentatie kan in maandelijkse termijnen worden voldaan, maar tijdens de scheiding ook ineens worden afgekocht. In onze kennisbank zijn over deze onderwerpen diverse artikelen te vinden.
Afkoop van partneralimentatie biedt financiële duidelijkheid. Het vereist onderling overleg, maatwerk en inzicht in fiscale gevolgen. Ontdek de belangrijkste voor- en nadelen voor jouw situatie.
Na een echtscheiding is het van belang om de erfrechtelijke situatie (opnieuw) te beoordelen. De scheiding heeft immers ingrijpende gevolgen voor jullie persoonlijke en financiële situatie.
Tijdens maar ook na een (echt)scheiding, is alimentatie is een belangrijk onderwerp. In dit artikel geven we uitleg over kinderalimentatie.
Tijdens maar ook na een (echt)scheiding, is alimentatie is een belangrijk onderwerp. We geven je graag uitleg over partneralimentatie en wat er allemaal bij komt kijken.
Heb je een vraag of wil je meer informatie? Of wil je een afspraak maken? Je kunt ons bellen op 085 065 7420 of vul het contact formulier in. We nemen dan zo spoedig mogelijk contact met je op.